pre-ref 13  

 

Ref. 13:
Deze referentie staat in het Engels en belicht een paar verontrustende statistieken over de wijdverspreide praktijk van anale seks binnen de homogemeenschap. De anale sekspraktijk wordt steeds populairder onder homoÕs , van 57,6% in 1994 tot 61,2% in 1997 in maar drie jaar tijd. Ik heb geen statistieken van enige betekenis kunnen vinden, om te kunnen zien hoe die stijging verder is verlopen de afgelopen tien jaar sinds 1997. Maar je zou kunnen verwachten dat de promotie en aanbeveling van diverse vormen van anale praktijken door organisatieÕs als RFSL zeer bijdragen tot de groeiende trend (zie RFSLÕs Anale Handboek in ref. 5).  In het Nederlands staat er in deze referentie (gedeeltelijk), [MSM staat voor Mannen Seks met Mannen, CI is het stukje over 95% vertrouwen (confidence interval) en UAI betekent Onbeschermde Anale Gemeenschap [Unprotected Anal Intercourse]:


De omvang van het onderzoek naar MSM die rapporteerden anale seks te hebben gehad, groeide van 57,6% (95% CI=56,4% -58,9%) in 1994 tot 61.2% (95% CI=60,1%-63,1%) in 1997 (p minder dan 0,01). Onder MSM die anale seks hadden gehad daalde het percentage dat zei ÓaltijdÓ een condoom te gebruiken van 69,6% (95% CI=68,1%-71,1%) in 1994 tot 60,8% (95% CI=58,9%-62,7%) in 1997 (p minder dan 0,01) (Figure_1).De scherpste daling van consequent condoom gebruik kwam voor bij mannen tussen de 26 en 29 jaar. (van 68.2% {95% CI=64,8%-71,5%} in 1994 tot 58,0% {95% CI=53,7%-62,1%} in 1997). Het aantal mannen dat aangaf meerdere sekspartners te hebben gehad en UAI, groeide van 23,6% (95% CI=21,9%-25,4%) in 1994 tot 33,3% (95% CI=31,1%-35,6%) in 1997 (p minder dan 0,01). De grootste toename van dit risico gedrag werd gevonden onder mannen die jonger waren dan 25 jaar (van 22,0% {95% CI=18,4%-25,9%} in 1994 tot 32,1% {95% CI=27,7%-36,7%} in 1997; p minder dan 0,01). Het dalende condoomgebruikende gezelschap en de toenemende MSM die geen voorbehoedmiddel gebruiken bij frequente partnerwisseling kwam bij alle rassen en etnische groeperingen voor. In 1997, gaf 45% (95% CI=41,4%-48,8%) van 865 MSM die UAI hadden gehad tijdens de zes voorafgaande maanden aan, ook niet de HIV status te kennen van al hun sekspartners. Onder 525 MSM die wel UAI hadden gehad en veel partners tijdens de zes voorafgaande maanden, kende 68,0% (95% CI=63,9%-72,7%) de HIV status van al hun seks partners niet.

Mannelijke rectale gonorroe kwam minder voor van 1990 tot en met 1993 (respectievelijk 42, 33, 23, en 20 op de 100.000 volwassen mannen). Van 1994 tot en met 1997 groeide dat percentage van 21 tot 38 op de 100.000 volwassen mannen (p minder dan 0,01) (Figure_1). Deze groei kwam voor bij alle rassen en etnische en leeftijdsgroepen, maar was het grootst onder mannen van 25-34 jaar (van 41 tot 83 gevallen op de 100.000 man tussen 25 en 34 jaar, p minder dan 0,01).


Klik hier voor de oorspronkelijke tekst in het Engels click here (file size: 164 k)